Het kindgesprek: 10 vragen en antwoorden

“Vanaf 12 jaar mag het kind zelf beslissen, toch?” 

Dit is een veel gehoord misverstand, al komt het ook niet helemaal uit de lucht vallen. In de wet staat namelijk dat als er een rechtszaak loopt waarbij het (ook) over minderjarigen gaat, de rechter verplicht is de minderjarige van 12 jaar of ouder in de gelegenheid te stellen om zijn mening te geven, voordat hij een beslissing neemt. Daarom stuurt de rechtbank kinderen van 12 jaar of ouder een uitnodiging (op het adres waar het kind staat ingeschreven) om met de rechter te komen praten. Dit wordt het kindgesprek genoemd. 

1. Waarom een kindgesprek?

Omdat kinderen hier recht op hebben. Kinderen staan tijdens hun minderjarigheid weliswaar onder het gezag van (meestal) hun ouders, maar zij hebben ook eigen rechten. Eén van die rechten is het recht om gehoord te worden.

In het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (hierna: IVRK) staat het volgende:

Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.

Hieruit wordt afgeleid dat kinderen het recht hebben om gehoord te worden. Nederland is partij bij het IVRK en moet er dus voor zorgen dat dit verdrag wordt nageleefd. Het kindgesprek is één van de manieren waarop Nederland kinderen een stem geeft in juridische procedures.

2. Wanneer een kindgesprek?

Kinderen kunnen door de rechtbank worden opgeroepen voor een kindgesprek, bijvoorbeeld als hun ouders in scheiding liggen, of als er een alimentatiezaak loopt. Maar het kan ook als zij zelf een brief aan de rechter hebben geschreven waarin zij aangeven iets van de rechter te willen, bijvoorbeeld meer of minder omgang met een ouder. Dit laatste wordt ook wel de “informele rechtsingang” genoemd.

3. Wat is het kindgesprek precies?

Het kindgesprek is een informeel gesprek tussen het kind en de rechter. De rechter krijgt via een kindgesprek een beeld van hoe het kind zijn situatie ervaart, zodat de rechter daar in zijn beslissing rekening mee kan houden, bijvoorbeeld over waar het kind moet gaan wonen, of hoeveel omgang er moet zijn. Het kind mag alles wat het belangrijk vindt aan de rechter vertellen. 

De rechter draagt tijdens een kindgesprek doorgaans geen toga en het gesprek zou plaats moeten vinden in een `normale’ kamer, niet in een grote rechtszaal. Het is voor een kind al eng genoeg om met een rechter te spreken, dus is het belangrijk dat het kind zoveel mogelijk op zijn gemak wordt gesteld. Een toga en grote zittingszaal passen daar niet bij. 

4. Mogen ouders of andere mensen mee naar het kindgesprek?

Het kind mag wel iemand meenemen naar de rechtbank, maar bij het kindgesprek zijn geen ouders of andere personen aanwezig. Alleen het kind, de rechter en de griffier. De reden is dat het kind vrijuit moet kunnen praten. De griffier schrijft op wat er gezegd wordt, maar neemt verder niet deel aan het gesprek. Het gesprek is dus echt tussen de rechter en het kind. 

5. Bepaalt de mening van het kind de beslissing?

Nee, de rechter bepaalt wat hij beslist. Hetgeen het kind vertelt telt mee, maar is slechts één van de factoren die worden meegenomen in de afweging van de rechter. Het is niet de verantwoordelijkheid van het kind om een beslissing te nemen en die druk moet het kind ook niet voelen. 

6. Moet het kind zijn mening geven?

Nee, het kind moet om zijn mening gevraagd worden, maar die mening hoeft niet gegeven te worden. Het kind kan het bijvoorbeeld eng vinden of er gewoon geen zin in hebben. Wat de reden ook zij, een kind kan niet verplicht worden om zijn mening te geven. Het is een recht, geen plicht.

7. Uitzonderingen op grens van 12 jaar?

Hoe zit het met die grens van 12 jaar, is dat een harde grens? Wat nou als sprake is van scheiding of een geschil over de omgangsregeling en het betrokken kind 11 jaar is? Dit kind kan in zijn eigen woorden vertellen hoe het thuis gaat, hoe een omgangsregeling loopt of hoe hij zijn woonsituatie na de scheiding het liefst ziet. Heeft dat kind dan maar pech?

Nee, dat hoeft niet. Hoewel de rechtbank over het algemeen kinderen pas vanaf 12 jaar uitnodigt voor een kindgesprek, mogen kinderen jonger dan 12 ook op gesprek komen. De wet geeft hier ook de ruimte voor. Een harde leeftijdsgrens past ook niet bij het IVRK. Volgens het IVRK moet elk kind in staat worden gesteld zijn mening te geven. Aan die mening moet vervolgens een passend gewicht worden gehecht. Het IVRK zegt dus eigenlijk dat de rechter elk kind zou moeten horen en vervolgens, rekening houdende met de leeftijd en rijpheid van het kind, bepalen hoe die mening meeweegt in zijn beslissing.

Hoe regel je dit? Het kind kan zelf een brief sturen naar de rechtbank dat het wil komen praten of de advocaat van de ouder(s) kan aan de rechtbank vragen om het kind uit te nodigen. 

Voor alimentatiezaken geldt overigens een andere leeftijdsgrens (volgens de Nederlandse wet). Als er een rechtszaak loopt die alleen over kinderalimentatie gaat, wordt het kind pas opgeroepen als het 16 jaar is. 

8. Kan de rechter ervoor kiezen het kind niet te horen?

Ja, dat kan. Als de rechter van oordeel is dat het een zaak van “kennelijk ondergeschikt belang betreft”, dan is de rechter niet verplicht om de minderjarige te horen. 

Volgens de Hoge Raad kan de rechter bovendien afzien van het horen van een kind als:

(i) het aannemelijk is dat de minderjarige niet in staat is zijn mening te geven wegens een ernstige lichamelijke of geestelijke beperking;

(ii) het aannemelijk is dat het kind niet gehoord wil worden; of

(iii) gevreesd moet worden dat het de gezondheid van het kind zal schaden als het gevraagd wordt om zijn mening te geven. 

9. Het kind is gehoord, en dan?

Het kindgesprek is in principe bedoeld voor het kind om zijn mening te geven, zodat de rechter daarmee rekening kan houden. De rechter maakt vaak een korte zakelijke samenvatting van het kindgesprek. Ouders of hun advocaten krijgen daar geen afschrift van. De details blijven tussen de rechter en het kind. Als het kind niet wil dat sommige dingen aan de ouders worden verteld, dan kan hij dit het beste tegen de rechter zeggen, zodat hij daar rekening mee kan houden. 

10. Zijn er nog alternatieven?

Jazeker, een kind dat niet op gesprek wil of kan komen, kan ook een brief schrijven aan de rechter. Dat is ook een manier voor het kind om zijn mening te geven. Daarnaast bestaat er nog zoiets als een “bijzondere curator”. Dat is iemand die opkomt voor de belangen van het kind. Een bijzondere curator moet door de rechter worden benoemd en gaat dan met het kind praten over datgene waar de rechter een beslissing over moet nemen. Dat kan als er strijd is tussen de belangen van het kind en (één van) zijn ouders. Een bijzondere curator kan een advocaat zijn, maar dat hoeft niet. Het kan ook een ontwikkelingspsycholoog of gedragsdeskundige zijn. De bijzondere curator heeft over het algemeen meer tijd voor het kind (dan de rechter tijdens het kindgesprek) en rapporteert namens het kind aan de rechtbank. De bijzondere curator kan “ambtshalve” of op verzoek worden benoemd. Ambtshalve betekent dat de rechter zelf het initiatief neemt. Als de rechter dit niet doet kunnen de ouders hierom verzoeken. Of het kind zelf, door een brief te schrijven. 

Meer informatie

De rechtspraak heeft een brochure gemaakt met informatie over het kindgesprek. Die vind je hier: https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/R007-Kindgesprek.pdf 

Kijk je liever een filmpje? Kijk dan op https://www.youtube.com/watch?v=rCD7ysWVl9c voor een filmpje waar ook kinderen aan het woord komen die ervaring hebben met het kindgesprek. Ook de Rijksoverheid heeft een informatief filmpje gemaakt: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/videos/2021/09/14/kindgesprek 

De gerechtshoven (die beoordelen zaken in hoger beroep) hebben een professionele standaard: https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/professionele-standaard-kindgesprekken.pdf ontwikkeld die de kwaliteit van de kindgesprekken moet waarborgen en er ook voor zorgt dat kindgesprekken effectief zijn.